Legerkleding
Het tenue voor militairen van de koninklijke krijgsmacht heeft een specifiek voorschrift waaraan voldaan moet worden. Toevoegingen of wijzigingen van het uniform die niet in het voorschrift benoemd staan zijn niet toegestaan. Ook mag kleding van verschillende tenues niet met elkaar gecombineerd worden.
Soorten tenues
In het handboek voor tenues staat beschreven welke soorten er zijn, wanneer deze gedragen moeten worden, welke kledingstukken erbij horen en hoe deze gedragen moeten worden. Hieronder staat een korte samenvatting van deze voorschriften beschreven:
Gevechtstenue (GVT):
Het GVT bestaat uit een veldpet, basis jas, basisbroek, zwarte webbing broeksriem met zwarte gesp, hem, grond t-shirt, zwarte sokken en zwarte laarzen. Als het noodzakelijk is mogen er ook een bepaald aantal aanpassingen gedaan worden. Dit is onder andere het dragen van een overhemd, handschoenen en een halsdoek.
Dagelijks tenue (DT):
De samenstelling van het DT bevat een veldmuts, jas, schouderpassanten, een overhemd, stropdas, rok of broek, zwart leren broeksriem met gele gesp, panty en schoenen in zwart. Bij dit tenue is het toegestaan een zwarte sjaal, handschoenen, trui en schoudertas toe te voegen.
Gelegenheidstenue (GLT):
Het GLT bevat een pet, jas, gouden brokaat geborduurde schouderpassanten, een overhemd met lange mouw, stropdas, brok of rok, panty, broeksriem van zwart leer met gouden gesp, zwarte sokken en schoenen en witte handschoenen. Vrouwen worden verwacht een zwarte schoudertas te dragen.
Ceremonieel tenue (CT):
Het CT wordt gedragen bij plechtigheden zoals Veteranendag en Prinsjesdag. Dit tenue bestaat uit een pet of hoed, jas, witte kraag, t-shirt, broek, bretels, zwarte sokken en schoenen en witte handschoenen. Officiers moeten een gevlochten epaulet, oranje bandsjerp, sabelkoppel, dragon en sabel dragen. Adjudanten dragen een gouden koppen, dragon en ponjaard. Tot de rang van sergeant-majoor wordt er een gouden koppel bij gedragen.
Avondtenue (AT):
Het AT bevat een pet of hoed, jas, overhemd met lange mouw, vlinderdas of lavallière, vest, broek met donkerblauwe bies of rok, panty, zwarte sokken en schoenen, witte handschoenen en voor de vrouwen een zwarte schoudertas.
Als er gewapend en in troepenverband wordt gewerkt mogen de vrouwelijke militairen geen rok dragen. Voor ieder tenue is er ook een zomer versie of zijn er aanpassingen waarmee het tenue geschikt kan worden gemaakt voor warmer of kouder weer. Op elk tenue moet een rang onderscheidingsteken zitten.
